Het in en afstellen van een heli en de zender.
Geplaatst: 29 Jan 2012, 17:25Onderstaand verhaal kwam ik op een engelstalige site tegen. Het is de basis voor het instellen van de zender, zodat de heli gewoon lekker vliegt. Doe er je voordeel mee zou ik zeggen.
CCPM 450 size helicopter afstellen om te leren vliegen:
Onderstaand verhaal heeft twee doelen, namelijk:
Ervoor zorgen dat je heli zo afgesteld wordt dat hij makkelijk vliegt om het te leren.
Ervoor zorgen dat je je heli weer heelhuids mee naar huis neemt als je hebt gevlogen.
Het doel is om de helicopter zo af te stellen dat deze makkelijk vliegt, maar nog geen 3D kan vliegen. Dit komt later wel.
Stel als eerste de zender in: zet hierbij alle trims en subtrims op 0. zet alle revers switches op neutraal en stel de swashplate in op een 120 gr. Model. Stel vervolgens in idle up de pitch en throttle curves in op lineair. Dit wil zeggen 0-25-50-75-100. Dit is alleen bij een computer zender te doen. Wanneer je geen computer zender hebt, dan zijn de curves al voorgeprogrammeerd en hoef je de zender alleen maar in idle up te zetten.
Sluit nu de servo’s aan op de juiste kanalen.
Zet de zender nu in Idle up en zet de throttlesick in de middelste positie. Koppel nu de motor van de heli los en sluit vervolgens de accu aan. De servo’s gaan nu automatisch naar de nul stand.
Met de throttlestick in de middelste positie, plaats je de servoarmpjes zo recht mogelijk op de servo’s. Wanneer dit niet lukt, kijk dan of je de armpjes om kan draaien of dat je een ander armpje moet gebruiken. Het is de bedoeling dat ze zoveel mogelijk recht gezet worden zonder trim of sub trim te gebruiken, omdat deze later het vlieggedrag kunnen beïnvloeden.
Aangezien het wel de bedoeling is dat de armpjes recht staan, kunnen wel als laatste oplossing als het echt niet anders meer kan de trim of sub trims hier natuurlijk wel voor gebruiken, maar beperk dit dus zoveel mogelijk.
Nu de servo’s allemaal goed in de nulstand staan, kijken we of de beweging van de servo’s de goede kant op gaan. Indien dit niet het geval is, kan je het gewenste kanaal in de zender reversen.
Nu de servo’s goed staan afgesteld, gaan we de ball linkjes tussen de servo’s en de swashplate plaatsen. Hierbij is het de bedoeling dat de swash volledig vlak en in het midden van de hoofdas komt te staan. Dit kunnen we op het oog doen, maar beter is het om gebruik te maken van een zogenaamde swash leveler. Een swashleveler kan je op internet bestellen, maar je kan er ook eentje zelf maken.
Nu de swash vlak staat, gaan we de seesaw en de overige delen op de hoofdas horizontaal zetten. Dit kunnen we op het oog doen. Om deze delen horizontaal te zetten, kunnen we de betreffende linkjes langer of korter maken.
Wanneer dit alles is gedaan, gaan we als laatste de linkjes naar de bladen plaatsen. Hierbij maken we gebruik van een pitch meter.
Alleen bij een computer zender
Met de zender nog steeds in idle up en half gas, zorgen we ervoor dat de bladen 0 graden pitch hebben. Dit luistert zeer nauw, dus neem goed de tijd om dit juist af te stellen. Omdat de pitchcurve lineair staat, hebben we nu bij volledige throttle ongeveer +10 graden pitch. Bij 0 throttle hebben we nu ongeveer -10 graden pitch.
Aangezien dit voor een beginnende piloot niet echt aan te raden is, zetten we de zender nu in normal mode. Nu stellen we de pitchcurve op de zender (in normal mode) zo in dat we bij 0 throttle 1 a 2 graden positieve pitch hebben en bij vol throttle 6 a 7 graden positieve pitch hebben. Deze instelling zorgt ervoor dat wanneer je de controle kwijt raakt en het gas ineens dicht gooit, de heli niet ineens als een baksteen uit de lucht komt. En dat je bij vol gas niet opeens alleen nog een stipje in de lucht ziet.
Wanneer je geen computerzender hebt
Wanneer je geen computerzender hebt, kun je ook geen pitch en throttle curves aanpassen. Stel je pitch daarom in deze situatie gelijk in normal mode af met de zelfde pitch waarden als hierboven beschreven.
De pitchmeter
Wanneer je een pitchmeter gebruikt, dan stel je de pitch af op ongeveer 3 cm van de bladpunt. Daar heeft het blad namelijk de meeste lift.
Gyro
Als eerste sluiten we de tailservo rechtstreeks aan op de ontvanger, dus zonder dat de gyro er tussen zit. Nu verschuiven we de tailservo over de tailboom totdat de tailslider in het midden van de shaft staat. Pas als dat goed staat, plaatsen we de gyro er tussen.
Vervolgens gaan we controleren of de gyro de juiste kant op corrigeert. Om dit te testen draai je de helicopter met de neus naar rechts. De gyro moet nu een stuurbeweging naar links geven, alsof je de rudderstick naar links beweegt. Wanneer de gyro niet de juiste kant op corrigeert, dien je de reverse schakelaar op de gyro om te schakelen.
Wanneer je de rudderstick naar links beweegt, maar de heli stuurt naar rechts, dan dien je het rudderkanaal in je zender te reversen.
Zet de DS switch op je gyro bij een digitale servo op on en bij een analoge servo op off.
Als tweede dienen we de gain in te stellen, dit is de gevoeligheid waarmee de gyro corrigeert. We dienen hiervoor twee waardes in te stellen. Als eerste stellen we de normal mode in op ongeveer 40%. Daarna schakelen we de zender om naar HH. Deze waarde stellen we in op 65%. Deze waarden kunnen per zender merk wat varieren, experimenteer hier dus mee. Wanneer we de zender in HH hebben staan, dan zien we op de gyro een lampje branden. Deze stand is het meest gebruikt naar mijn mening, omdat dit gewoon prettig vliegt.
Als laatste controleren we of we binding hebben. Dit wil zeggen dat de tailservo zowel naar links als naar rechts de maximale uitslag moet kunnen geven, voordat het einde van de tailshaft wordt bereikt. Wanneer dit gebeurd, dan begint de servo een klein beetje te brommen en dien we de endpoints van de rudder wat terug te draaien.
Center of Gravity (CG)
Als laatste controleren we de balans van de heli. Zet hiervoor de rotorbladen in lijn met de heli til de heli op aan de flighbar. De heli zou nu recht omhoog of iets voorover omhoog moeten komen. Wanneer de heli achterover helt, verplaats dan de accu iets naar voren.
Blade grips
Een ver onderschat iets is het vastzetten van de bladen. Dit is een zeer belangrijk iets. Zowel te los als te vast is niet goed. Of de bladen goed vastzitten ( niet te vast en niet te los), is makkelijk te controleren, door de heli op zijn kant te houden. De bladen mogen nu niet naar beneden zakken. Wanneer we de heli nu een beetje op en neer schudden, dienen de bladen wel te zakken. Wanneer dit gebeurd is het goed. Dit geldt zowel voor de mainblades als voor de tailblades.
D/R & Expo
Wanneer je een computer zender hebt, dan heb je waarschijnlijk ook een D/R Expo mode. Deze mode heeft twee funkties, te weten:
D/R: dit is de maximale cyclic pitch uitslag. Het is raadzaam om deze op 50% in te stellen wanneer je begint met vliegen.
Expo: dit is de gevoeligheid van de stickbewegingen rond het midden van de stick. Ook hier is het raadzaam om deze wat terug te zetten in het begin. Stel deze eens in op 35%. Deze instelling zorgt ervoor dat je in het begin wat makkelijker vliegt.
De maiden
De heli is nu afgesteld en klaar voor zijn eerste (maiden) vlucht. Tijdens deze vlucht kunnen we indien nodig hier en daar nog wat fijn tunen. Tijdens de eerste vlucht controleren we nog wel op zogenaamd bladspoor. Dit wil zeggen dat we gaan kijken of de uiteinden van de mainblades op één lijn ligen wanneer ze draaien. Toer hiervoor de heli zover op dat deze nog net op de grond blijft staan. Kijk nu op een afstandje langs de bladen. Je kan nu duidelijk zien of de uiteinden op gelijke hoogte draaien. Wanneer dit niet zo is hebben we bladspoor en dat is iets dat we niet willen. Bladspoor ontstaat doordat de bladen een ongelijke pitch hebben. Wanneer we dit hebben, dienen we mbv de pitchmeter de pitch te controleren en aan te passen. Zorg er uiteraard wel voor dat de bladen goed gebalanceerd zijn. Wanneer de bladen namelijk in onbalans zijn, dan kan dat ook een oorzaak van bladspoor zijn.
CCPM 450 size helicopter afstellen om te leren vliegen:
Onderstaand verhaal heeft twee doelen, namelijk:
Ervoor zorgen dat je heli zo afgesteld wordt dat hij makkelijk vliegt om het te leren.
Ervoor zorgen dat je je heli weer heelhuids mee naar huis neemt als je hebt gevlogen.
Het doel is om de helicopter zo af te stellen dat deze makkelijk vliegt, maar nog geen 3D kan vliegen. Dit komt later wel.
Stel als eerste de zender in: zet hierbij alle trims en subtrims op 0. zet alle revers switches op neutraal en stel de swashplate in op een 120 gr. Model. Stel vervolgens in idle up de pitch en throttle curves in op lineair. Dit wil zeggen 0-25-50-75-100. Dit is alleen bij een computer zender te doen. Wanneer je geen computer zender hebt, dan zijn de curves al voorgeprogrammeerd en hoef je de zender alleen maar in idle up te zetten.
Sluit nu de servo’s aan op de juiste kanalen.
Zet de zender nu in Idle up en zet de throttlesick in de middelste positie. Koppel nu de motor van de heli los en sluit vervolgens de accu aan. De servo’s gaan nu automatisch naar de nul stand.
Met de throttlestick in de middelste positie, plaats je de servoarmpjes zo recht mogelijk op de servo’s. Wanneer dit niet lukt, kijk dan of je de armpjes om kan draaien of dat je een ander armpje moet gebruiken. Het is de bedoeling dat ze zoveel mogelijk recht gezet worden zonder trim of sub trim te gebruiken, omdat deze later het vlieggedrag kunnen beïnvloeden.
Aangezien het wel de bedoeling is dat de armpjes recht staan, kunnen wel als laatste oplossing als het echt niet anders meer kan de trim of sub trims hier natuurlijk wel voor gebruiken, maar beperk dit dus zoveel mogelijk.
Nu de servo’s allemaal goed in de nulstand staan, kijken we of de beweging van de servo’s de goede kant op gaan. Indien dit niet het geval is, kan je het gewenste kanaal in de zender reversen.
Nu de servo’s goed staan afgesteld, gaan we de ball linkjes tussen de servo’s en de swashplate plaatsen. Hierbij is het de bedoeling dat de swash volledig vlak en in het midden van de hoofdas komt te staan. Dit kunnen we op het oog doen, maar beter is het om gebruik te maken van een zogenaamde swash leveler. Een swashleveler kan je op internet bestellen, maar je kan er ook eentje zelf maken.
Nu de swash vlak staat, gaan we de seesaw en de overige delen op de hoofdas horizontaal zetten. Dit kunnen we op het oog doen. Om deze delen horizontaal te zetten, kunnen we de betreffende linkjes langer of korter maken.
Wanneer dit alles is gedaan, gaan we als laatste de linkjes naar de bladen plaatsen. Hierbij maken we gebruik van een pitch meter.
Alleen bij een computer zender
Met de zender nog steeds in idle up en half gas, zorgen we ervoor dat de bladen 0 graden pitch hebben. Dit luistert zeer nauw, dus neem goed de tijd om dit juist af te stellen. Omdat de pitchcurve lineair staat, hebben we nu bij volledige throttle ongeveer +10 graden pitch. Bij 0 throttle hebben we nu ongeveer -10 graden pitch.
Aangezien dit voor een beginnende piloot niet echt aan te raden is, zetten we de zender nu in normal mode. Nu stellen we de pitchcurve op de zender (in normal mode) zo in dat we bij 0 throttle 1 a 2 graden positieve pitch hebben en bij vol throttle 6 a 7 graden positieve pitch hebben. Deze instelling zorgt ervoor dat wanneer je de controle kwijt raakt en het gas ineens dicht gooit, de heli niet ineens als een baksteen uit de lucht komt. En dat je bij vol gas niet opeens alleen nog een stipje in de lucht ziet.
Wanneer je geen computerzender hebt
Wanneer je geen computerzender hebt, kun je ook geen pitch en throttle curves aanpassen. Stel je pitch daarom in deze situatie gelijk in normal mode af met de zelfde pitch waarden als hierboven beschreven.
De pitchmeter
Wanneer je een pitchmeter gebruikt, dan stel je de pitch af op ongeveer 3 cm van de bladpunt. Daar heeft het blad namelijk de meeste lift.
Gyro
Als eerste sluiten we de tailservo rechtstreeks aan op de ontvanger, dus zonder dat de gyro er tussen zit. Nu verschuiven we de tailservo over de tailboom totdat de tailslider in het midden van de shaft staat. Pas als dat goed staat, plaatsen we de gyro er tussen.
Vervolgens gaan we controleren of de gyro de juiste kant op corrigeert. Om dit te testen draai je de helicopter met de neus naar rechts. De gyro moet nu een stuurbeweging naar links geven, alsof je de rudderstick naar links beweegt. Wanneer de gyro niet de juiste kant op corrigeert, dien je de reverse schakelaar op de gyro om te schakelen.
Wanneer je de rudderstick naar links beweegt, maar de heli stuurt naar rechts, dan dien je het rudderkanaal in je zender te reversen.
Zet de DS switch op je gyro bij een digitale servo op on en bij een analoge servo op off.
Als tweede dienen we de gain in te stellen, dit is de gevoeligheid waarmee de gyro corrigeert. We dienen hiervoor twee waardes in te stellen. Als eerste stellen we de normal mode in op ongeveer 40%. Daarna schakelen we de zender om naar HH. Deze waarde stellen we in op 65%. Deze waarden kunnen per zender merk wat varieren, experimenteer hier dus mee. Wanneer we de zender in HH hebben staan, dan zien we op de gyro een lampje branden. Deze stand is het meest gebruikt naar mijn mening, omdat dit gewoon prettig vliegt.
Als laatste controleren we of we binding hebben. Dit wil zeggen dat de tailservo zowel naar links als naar rechts de maximale uitslag moet kunnen geven, voordat het einde van de tailshaft wordt bereikt. Wanneer dit gebeurd, dan begint de servo een klein beetje te brommen en dien we de endpoints van de rudder wat terug te draaien.
Center of Gravity (CG)
Als laatste controleren we de balans van de heli. Zet hiervoor de rotorbladen in lijn met de heli til de heli op aan de flighbar. De heli zou nu recht omhoog of iets voorover omhoog moeten komen. Wanneer de heli achterover helt, verplaats dan de accu iets naar voren.
Blade grips
Een ver onderschat iets is het vastzetten van de bladen. Dit is een zeer belangrijk iets. Zowel te los als te vast is niet goed. Of de bladen goed vastzitten ( niet te vast en niet te los), is makkelijk te controleren, door de heli op zijn kant te houden. De bladen mogen nu niet naar beneden zakken. Wanneer we de heli nu een beetje op en neer schudden, dienen de bladen wel te zakken. Wanneer dit gebeurd is het goed. Dit geldt zowel voor de mainblades als voor de tailblades.
D/R & Expo
Wanneer je een computer zender hebt, dan heb je waarschijnlijk ook een D/R Expo mode. Deze mode heeft twee funkties, te weten:
D/R: dit is de maximale cyclic pitch uitslag. Het is raadzaam om deze op 50% in te stellen wanneer je begint met vliegen.
Expo: dit is de gevoeligheid van de stickbewegingen rond het midden van de stick. Ook hier is het raadzaam om deze wat terug te zetten in het begin. Stel deze eens in op 35%. Deze instelling zorgt ervoor dat je in het begin wat makkelijker vliegt.
De maiden
De heli is nu afgesteld en klaar voor zijn eerste (maiden) vlucht. Tijdens deze vlucht kunnen we indien nodig hier en daar nog wat fijn tunen. Tijdens de eerste vlucht controleren we nog wel op zogenaamd bladspoor. Dit wil zeggen dat we gaan kijken of de uiteinden van de mainblades op één lijn ligen wanneer ze draaien. Toer hiervoor de heli zover op dat deze nog net op de grond blijft staan. Kijk nu op een afstandje langs de bladen. Je kan nu duidelijk zien of de uiteinden op gelijke hoogte draaien. Wanneer dit niet zo is hebben we bladspoor en dat is iets dat we niet willen. Bladspoor ontstaat doordat de bladen een ongelijke pitch hebben. Wanneer we dit hebben, dienen we mbv de pitchmeter de pitch te controleren en aan te passen. Zorg er uiteraard wel voor dat de bladen goed gebalanceerd zijn. Wanneer de bladen namelijk in onbalans zijn, dan kan dat ook een oorzaak van bladspoor zijn.
