Handige manual voor de Spektrum DX6i
Geplaatst: 18 Sep 2012, 09:09Aangezien er op dit forum nogal wat mensen zijn die een Spektrum DX6i hebben, en niet altijd weten waar al die menu funkties nou voor zijn of wat je ermee kunt bereiken, schrijf ik deze manual.
Deze manual zal er in eerste instantie vanuit gaan dat je een heli wilt gaan vliegen. Verderop in deze manual zal ik op het instellen voor een vliegtuig ingaan.
Wanneer je een nieuwe ontvanger gaat gebruiken, moet je deze eerst binden.
Om dit op een goede manier te doen, kan je het beste als volgt te werk gaan:”
- kies een nieuw model in je zender
- geef dit model een naam
- stel je throttle en pitchcurve in
- Haal de zender van throttlehold af
- Zet de zender in flghtmodes Normal
- zet je throttlestick nu in de lage stand
Zet je zender nu uit en stop de bindplug in je ontvanger. Vervolgens sluit je de heli aan op je lipo. Hierbij dient de zender nog steeds uit te staan. Als je de lipo op je heli hebt aangesloten, dan zal je zien dat het lampje van de ontvanger en van de sataliet ontvanger snel knipperen. Houdt nu de trainerknop van je zender ingedrukt en zet je zender aan. In het display staat nu “binding” Houdt de trainerknop ingedrukt tot de lampjes op de ontvanger constant blijven branden. Laat nu de trainerknop los.
Trek nu de bindplug uit je ontvanger en koppel daarna je lipo los. De binding is nu klaar en je hebt nu controle over de ontvanger.
Setup list
Om in de setuplist te komen, druk je de rolknop naast het display in en zet je de zender aan. Eenmaal in de setuplist heb je een aantal keuzes.
Modeltype:
Hier kies je het model dat je wilt gaan vliegen. In deze manual is dat heli.
Modelname:
Hier kan je het betreffende model een naam geven, welke in het display komt te staan wanneer je dit model gaat gebruiken. Geef hier bijv. TREX500. De DX6i is in staat om 10 verschillende modellen in het geheugen op te slaan.
Monitor:
In het monitor scherm heb je een overzicht van alle kanalen en zie je welke kant deze op bewegen.
Reverse:
In het reverse menu kan je elk kanaal appart omzetten. Dus, links wordt rechts en rechts wordt links. Dit kan je hier dus VOOR ELK KANAAL APPART instellen. Voor het gyrokanaal geldt dat je dus de stuurbeweging van je rudder omzet en niet de correctierichting van je gyro zelf. Dit doe je namelijk op de gyro.
Swashtype:
Hier stel je in wat voor type swash je heli heeft. Meestal is dit 120 gr. Je zender gebruikt deze instelling om je pitch, aileron en elevator kanaal te mixen, waardoor je swash dus omhoog of omlaag gaat wanneer je de throttlestick beweegt.
Throttlecut:
Hiermee kan je de motor uitzetten. Deze funktie wordt echter alleen gebruikt bij brandstof modellen. Bij elektra modellen gebruiken we de throttlehold. Deze komt later aan bod.
D/R & combi:
Met deze funktie, is het mogelijk om de Dual rates en expo’s van aileron, elevator en rudder aan 1 schakelaar toe te wijzen. Wanneer je de toegewezen schakelaar dan omzet, verander je de dual rate en expo voor alle drie deze kanalen te gelijk. Wanneer je deze funktie niet gebruikt en dus op INH laat staan, gebruik je voor elk kanaal een apparte schakelaar voor dual rate en expo.
Timer:
De timer funktie is te gebruiken als oplopende of aflopende timer en kan toegewezen worden aan de trainerschakelaar of de throttle cut schakelaar. De timer funktie is een belangrijke funktie, omdat deze ervoor kan zorgen dat je niet te lang vliegt en dat je dus je lipo niet te ver leeg vliegt. Een te ver leeg gevlogen lipo zal namelijk niet lang meegaan.
Rangecheck:
Wanneer je deze funktie kiest, kan je controleren of je bereik goed is. Ga hiervoor op ongeveer 30 meter afstand van je heli staan en druk bij deze gekozen functie de trainer schakelaar in. Je zend bereik wordt nu gehalveerd. Je moet nu bij ingedrukte trainer schakelaar nog steeds volledige besturing van je model hebben. Wanneer dit niet het geval is, kijk dan of je de ontvanger op een betere plek kan plaatsen. KOPPEL DE MOTOR LOS VOOR JE DIT GAAT TESTEN !!!
Ajust list
Om in de adjust list te komen, druk je wanneer de zender aanstaat op de rollerknop naast het display. Eenmaal in deze lijst heb je de volgende keuzes:
Model select:
In dit menu kan je kiezen met welk model je wilt vliegen. De DX6i kan max. 10 modellen aan welke je in de setup list bij modelname een naam kan geven.
Dual rate & expo:
Hier kan je voor rudder, ellevator en aileron de hoeveelheid D/R en expo instellen. Elk kanaal heeft hierbij zijn eigen schakelaar (welke je in de setuplist aan 1 schakelaar kan toewijzen) met stand 0 en stand 1. Je kan dus voor alle 3 deze kanalen en D/R en expo voor schakelaar stand 0 instellen en een andere waarde voor stand 1.
Let op: Een positieve expo waarde zorgt voor minder gevoeligheid, terwijl een negatieve expo juist voor meer gevoeligheid zorgt.
Wat is Expo? Met de expo functie kan je de stick gevoeligheid rondom het midden aanpassen. Dus, hoe heftig je model reageert bij een kleine stick beweging. Zet je deze waarde dus positief, zal de stick gevoeligheid rondom het centrum verlagen, terwijl je bij een negatieve waarde de gevoeligheid juist verhoogt.
Wat is Dual Rate? Hiermee kan je de maximale servo uitslag van desbetreffend kanaal verlagen. Je kan er dan bijvoorbeeld voor zorgen dat je elevator maar 80% uitslag heeft in schakelaar stand 0 en 100% in schakelaar stand 1.
Travel adjust:
Met travel adjust kan je de maximale uitslag van een servo veranderen. Voor de procentuele waarde staat een +. Dit is de max uitslag naar de ene kant. Wanneer je voor desbetreffend kanaal je stick nu de andere kant op beweegt, zie je deze + in een – veranderen en kan je de maximale uitslag de andere kant op aanpassen.
Goedkope servo’s hebben nog wel eens last van ongelijke maximale uitslag. Hierdoor kan het gebeuren dat je swas bij mid stick perfekt horizontaal staat, terwijl je bij vol throttle ziet dat bijvoorbeeld de aileron servo net teveel uitslag heeft. Je kan deze uitslag dan beperken door de procentuele waarde van de aileron te verlagen.
SUB trim:
Sub trim is eigenlijk het zelfde als je normale trim (de schuifjes die naast je sticks zitten). Alleen kan het met deze schuifjes gebeuren dat ze verschuiven. Wanneer je dan subtrim gebruikt, kan je de trim gewoon in het midden laten staan en in het sub trim menu dus de trim softwarematig aanpassen.
Probeer altijd om zo min mogelijk trim en/of sub trim te gebruiken. Zeker bij een aantal FBL systemen mag je geen trim en of sub trim gebruiken, omdat de fbl unit dit ziet als een stuur commando.
Gyro:
De gyro schakelaar heeft twee standen, 0 en 1. Voor beide standen kan je een procentuele waarde instellen. Dit is je gain. Je gain is de gevoeligheid waarme je gyro je staart corrigeert. Een waarde tussen 0 en 50 staat voor normal mode en een waarde tussen 50 en 100 staat voor heading hold.
Throttle curve:
Hier kan je een throttle curve instellen voor normal flight modes en een andere curve voor idle up. Met de throttlecurve stel je in hoeveel gas je geeft bij een bepaalde stick positie.De throttle curve heeft 5 punten welke je in kan stellen. Er zijn vele verschillende soorten curves, dus stel deze in zoals je zelf het fijnst vind.
Pitch curve:
Je kan hier de bladhoek instellen welke je bij een bepaalde stick positie hebt. Deze curve werkt verder het zelfde als de throttle curve en is ook in te stellen voor normal flight en voor idle up.
Swashplate mixing:
Je kan hier instellen met hoeveel % een kanaal mixt wanneer je pitch geeft. Wanneer een bepaalde mix te groot is, kan je swash tever sturen in een bepaalde richting. Wanneer dit gebeurd, verlaag dan de desbetreffende waarde. Wanneer een bepaalde mix de verkeerde kant op gaat, verander de positieve waarde dan naar negatief. Zorg er wel voor dat alle drie de waardes gelijk zijn. Dus niet 60, 40, 50 maar 60, 60, 60 of 50, 50, 50. Of dit dan + of – is, dat maakt niet uit.
Programmable mix1 en 2:
Met de DX6i kan je verschillende kanalen met elkaar mixen. Zo kan je bijvoorbeeld je staart mixen met je throttle. Je kan 2 verschillende mixen instellen. Voor heli vliegen zal deze funktie meestal niet gebruikt worden.
Revo mix:
Alleen wanneer je een hele oude gyro zonder heading hold hebt, dan gebruik je deze functie. Tegenwoordig heeft echter elke gyro een heading hold functie, waardoor je deze functie niet zal gebruiken.
Volgens mij moet het zo toch redelijk duidelijk zijn. Mocht je toch nog vragen en/of opmerkingen hebben, post ze dan hier, dan zal ik altijd een antwoord geven. Je kan natuurlijk ook een pm sturen.
Ik hoop dat jullie er wat aan hebben.
Ik heb de manual ook als pdf toegevoegd, zodat je hem kan downloaden en kan printen.
Groetjes,
Guido
Deze manual zal er in eerste instantie vanuit gaan dat je een heli wilt gaan vliegen. Verderop in deze manual zal ik op het instellen voor een vliegtuig ingaan.
Wanneer je een nieuwe ontvanger gaat gebruiken, moet je deze eerst binden.
Om dit op een goede manier te doen, kan je het beste als volgt te werk gaan:”
- kies een nieuw model in je zender
- geef dit model een naam
- stel je throttle en pitchcurve in
- Haal de zender van throttlehold af
- Zet de zender in flghtmodes Normal
- zet je throttlestick nu in de lage stand
Zet je zender nu uit en stop de bindplug in je ontvanger. Vervolgens sluit je de heli aan op je lipo. Hierbij dient de zender nog steeds uit te staan. Als je de lipo op je heli hebt aangesloten, dan zal je zien dat het lampje van de ontvanger en van de sataliet ontvanger snel knipperen. Houdt nu de trainerknop van je zender ingedrukt en zet je zender aan. In het display staat nu “binding” Houdt de trainerknop ingedrukt tot de lampjes op de ontvanger constant blijven branden. Laat nu de trainerknop los.
Trek nu de bindplug uit je ontvanger en koppel daarna je lipo los. De binding is nu klaar en je hebt nu controle over de ontvanger.
Setup list
Om in de setuplist te komen, druk je de rolknop naast het display in en zet je de zender aan. Eenmaal in de setuplist heb je een aantal keuzes.
Modeltype:
Hier kies je het model dat je wilt gaan vliegen. In deze manual is dat heli.
Modelname:
Hier kan je het betreffende model een naam geven, welke in het display komt te staan wanneer je dit model gaat gebruiken. Geef hier bijv. TREX500. De DX6i is in staat om 10 verschillende modellen in het geheugen op te slaan.
Monitor:
In het monitor scherm heb je een overzicht van alle kanalen en zie je welke kant deze op bewegen.
Reverse:
In het reverse menu kan je elk kanaal appart omzetten. Dus, links wordt rechts en rechts wordt links. Dit kan je hier dus VOOR ELK KANAAL APPART instellen. Voor het gyrokanaal geldt dat je dus de stuurbeweging van je rudder omzet en niet de correctierichting van je gyro zelf. Dit doe je namelijk op de gyro.
Swashtype:
Hier stel je in wat voor type swash je heli heeft. Meestal is dit 120 gr. Je zender gebruikt deze instelling om je pitch, aileron en elevator kanaal te mixen, waardoor je swash dus omhoog of omlaag gaat wanneer je de throttlestick beweegt.
Throttlecut:
Hiermee kan je de motor uitzetten. Deze funktie wordt echter alleen gebruikt bij brandstof modellen. Bij elektra modellen gebruiken we de throttlehold. Deze komt later aan bod.
D/R & combi:
Met deze funktie, is het mogelijk om de Dual rates en expo’s van aileron, elevator en rudder aan 1 schakelaar toe te wijzen. Wanneer je de toegewezen schakelaar dan omzet, verander je de dual rate en expo voor alle drie deze kanalen te gelijk. Wanneer je deze funktie niet gebruikt en dus op INH laat staan, gebruik je voor elk kanaal een apparte schakelaar voor dual rate en expo.
Timer:
De timer funktie is te gebruiken als oplopende of aflopende timer en kan toegewezen worden aan de trainerschakelaar of de throttle cut schakelaar. De timer funktie is een belangrijke funktie, omdat deze ervoor kan zorgen dat je niet te lang vliegt en dat je dus je lipo niet te ver leeg vliegt. Een te ver leeg gevlogen lipo zal namelijk niet lang meegaan.
Rangecheck:
Wanneer je deze funktie kiest, kan je controleren of je bereik goed is. Ga hiervoor op ongeveer 30 meter afstand van je heli staan en druk bij deze gekozen functie de trainer schakelaar in. Je zend bereik wordt nu gehalveerd. Je moet nu bij ingedrukte trainer schakelaar nog steeds volledige besturing van je model hebben. Wanneer dit niet het geval is, kijk dan of je de ontvanger op een betere plek kan plaatsen. KOPPEL DE MOTOR LOS VOOR JE DIT GAAT TESTEN !!!
Ajust list
Om in de adjust list te komen, druk je wanneer de zender aanstaat op de rollerknop naast het display. Eenmaal in deze lijst heb je de volgende keuzes:
Model select:
In dit menu kan je kiezen met welk model je wilt vliegen. De DX6i kan max. 10 modellen aan welke je in de setup list bij modelname een naam kan geven.
Dual rate & expo:
Hier kan je voor rudder, ellevator en aileron de hoeveelheid D/R en expo instellen. Elk kanaal heeft hierbij zijn eigen schakelaar (welke je in de setuplist aan 1 schakelaar kan toewijzen) met stand 0 en stand 1. Je kan dus voor alle 3 deze kanalen en D/R en expo voor schakelaar stand 0 instellen en een andere waarde voor stand 1.
Let op: Een positieve expo waarde zorgt voor minder gevoeligheid, terwijl een negatieve expo juist voor meer gevoeligheid zorgt.
Wat is Expo? Met de expo functie kan je de stick gevoeligheid rondom het midden aanpassen. Dus, hoe heftig je model reageert bij een kleine stick beweging. Zet je deze waarde dus positief, zal de stick gevoeligheid rondom het centrum verlagen, terwijl je bij een negatieve waarde de gevoeligheid juist verhoogt.
Wat is Dual Rate? Hiermee kan je de maximale servo uitslag van desbetreffend kanaal verlagen. Je kan er dan bijvoorbeeld voor zorgen dat je elevator maar 80% uitslag heeft in schakelaar stand 0 en 100% in schakelaar stand 1.
Travel adjust:
Met travel adjust kan je de maximale uitslag van een servo veranderen. Voor de procentuele waarde staat een +. Dit is de max uitslag naar de ene kant. Wanneer je voor desbetreffend kanaal je stick nu de andere kant op beweegt, zie je deze + in een – veranderen en kan je de maximale uitslag de andere kant op aanpassen.
Goedkope servo’s hebben nog wel eens last van ongelijke maximale uitslag. Hierdoor kan het gebeuren dat je swas bij mid stick perfekt horizontaal staat, terwijl je bij vol throttle ziet dat bijvoorbeeld de aileron servo net teveel uitslag heeft. Je kan deze uitslag dan beperken door de procentuele waarde van de aileron te verlagen.
SUB trim:
Sub trim is eigenlijk het zelfde als je normale trim (de schuifjes die naast je sticks zitten). Alleen kan het met deze schuifjes gebeuren dat ze verschuiven. Wanneer je dan subtrim gebruikt, kan je de trim gewoon in het midden laten staan en in het sub trim menu dus de trim softwarematig aanpassen.
Probeer altijd om zo min mogelijk trim en/of sub trim te gebruiken. Zeker bij een aantal FBL systemen mag je geen trim en of sub trim gebruiken, omdat de fbl unit dit ziet als een stuur commando.
Gyro:
De gyro schakelaar heeft twee standen, 0 en 1. Voor beide standen kan je een procentuele waarde instellen. Dit is je gain. Je gain is de gevoeligheid waarme je gyro je staart corrigeert. Een waarde tussen 0 en 50 staat voor normal mode en een waarde tussen 50 en 100 staat voor heading hold.
Throttle curve:
Hier kan je een throttle curve instellen voor normal flight modes en een andere curve voor idle up. Met de throttlecurve stel je in hoeveel gas je geeft bij een bepaalde stick positie.De throttle curve heeft 5 punten welke je in kan stellen. Er zijn vele verschillende soorten curves, dus stel deze in zoals je zelf het fijnst vind.
Pitch curve:
Je kan hier de bladhoek instellen welke je bij een bepaalde stick positie hebt. Deze curve werkt verder het zelfde als de throttle curve en is ook in te stellen voor normal flight en voor idle up.
Swashplate mixing:
Je kan hier instellen met hoeveel % een kanaal mixt wanneer je pitch geeft. Wanneer een bepaalde mix te groot is, kan je swash tever sturen in een bepaalde richting. Wanneer dit gebeurd, verlaag dan de desbetreffende waarde. Wanneer een bepaalde mix de verkeerde kant op gaat, verander de positieve waarde dan naar negatief. Zorg er wel voor dat alle drie de waardes gelijk zijn. Dus niet 60, 40, 50 maar 60, 60, 60 of 50, 50, 50. Of dit dan + of – is, dat maakt niet uit.
Programmable mix1 en 2:
Met de DX6i kan je verschillende kanalen met elkaar mixen. Zo kan je bijvoorbeeld je staart mixen met je throttle. Je kan 2 verschillende mixen instellen. Voor heli vliegen zal deze funktie meestal niet gebruikt worden.
Revo mix:
Alleen wanneer je een hele oude gyro zonder heading hold hebt, dan gebruik je deze functie. Tegenwoordig heeft echter elke gyro een heading hold functie, waardoor je deze functie niet zal gebruiken.
Volgens mij moet het zo toch redelijk duidelijk zijn. Mocht je toch nog vragen en/of opmerkingen hebben, post ze dan hier, dan zal ik altijd een antwoord geven. Je kan natuurlijk ook een pm sturen.
Ik hoop dat jullie er wat aan hebben.
Ik heb de manual ook als pdf toegevoegd, zodat je hem kan downloaden en kan printen.
Groetjes,
Guido
